Theo van Gogh schreef op vrijdag 24-09-2004 over Weg uit Wassenaar in Metro:
“Ik ontleen m’n ongelijk van toen aan twee zojuist verschenen boeken, “Weg uit Wassenaar” (een tocht door het leven van Boudewijn Büch) van Frans Mouws en “Boudewijn Büch” (verslag van een mystificatie) van Rudie Kagie. Kagie sukkelt nog wat bij Vrij Nederland en probeert nu de eindstreep nadert ‘de ontdekking’ te claimen van de kleine blonde dood in levenden lijve – Boudewijn Iskander, zoon van een echtpaar waar Büch veel over de vloer kwam -, maar dat is onjuist, want gejat van de eerste auteur, die alle onderzoek deed en een veel spannender boek schreef.”
Büch-bibliograaf Frans Mouws reist in zijn boek “Weg uit Wassenaar” de schrijver achterna. Niet de wereld over, maar het land door. Op zoek naar de man achter de schrijver. Op zoek naar de feiten achter de fictie. Gedurende zijn leven heeft Büch in drie Nederlandse plaatsen zijn anker laten vallen. Deze plaatsen spelen een belangrijke rol in zijn leven en werk. Eerst was daar natuurlijk Wassenaar waar Büch zijn jeugd doorbracht en veel inspiratie opdeed. Daarna volgde, in zijn ‘studententijd’, Leiden. In deze stad begon hij zijn carrière als stukjesschrijver. Hier werd de basis gelegd voor veel van zijn latere werk. Het verhaal eindigt met een korte beschouwing over de jaren in Amsterdam, waar hij tot zijn dood woonde.